Ach heette ik maar Claus

Eric De Kuyper,

voor Jacques de Decker, die het probleem waarschijnlijk ook kent.

Ik ben nooit erg geobsedeerd geweest door mijn naam, noch door mijn voornaam. Dat is enigszins veranderd sedert ik ben gaan schrijven. En wel om praktische redenen. De naam van een schrijver is immers een hulp bij het vinden van een boek. Voor de lezer die een boek van mij wil, die gaat in de boekhandel eerst zoeken onder de K.… en daarna onder KU… en vindt dan meestal wat hij zoekt. Soms ook niet. Soms staat daar alleen Kundera. « Dit is geen goede boekhandel », zegt de lezer dan. En terecht. Hetzelfde in de bibliotheek: onder KUY… vindt men de sleutel van veel leesgenot. Ik heb mijn naam trouwens zo veranderd van « Dekuyper » – in één woord – naar « de Kuyper » – in twee woorden en met kleine D om de bibliotheken en de boekhandelaren het leven te vergemakkelijken. En dus ook de lieve lezer.

Dat was trouwens al eerder begonnen. Alvorens ik echte boeken begon te schrijven, schreef ik recensies voor een krant. De artiekels werden niet voluit ondertekend; alleen de voorletters van de recensent stonden eronder. Het toeval wilde dat in diezelfde krant er nog iemand anders schreef die diezelfde initialen – E.D. – had als ik! Dat was natuurlijk verwarrend voor de lezer. Of misschien zag die niet eens het verschil. Nog erger, want ik had een hekel aan wat die andere E.D. schreef. Dus veranderde ik mijn initialen in E.D.K.

In Nederland, maar vooral ook in Duitsland, waar ik, als verslaggever bij festivals, vaak moest zijn, vonden ze in hun kaartenbak nooit mijn naam terug onder D, wel onder K. De Duitsers voegden er dan aan toe : « Aber, Sie laufen unter K ! »

Ik ging dus meer en meer onder K laufen, en heb dan uiteindelijk, toen ik in Nederland ben komen wonen, beslist alleen nog maar onder K te lopen.

En inderdaad, als ik in Nederland in een boekhandel nakijk of ze niet behoefte hebben aan een paar boeken van mij, dan merk ik dat zoals het hoort, ik tussen Kundera en Lanoye loop. Of sta. Of zit.

Onlangs echter zei een van mijn (Nederlandse) lezeressen mij dat ze mij niet in haar gemeentelijke bibliotheek had gevonden. Dat verbaasde me zeer. En terecht, want de volgende keer dat ik haar ontmoette berichtte ze mij dat ik er toch wel stond, maar onder D. « Ze willen daarmee aangeven dat je een Vlaamse auteur bent! » voegde ze er aan toe. Dat is natuurlijk ook zo, en erg attentvol van de Nederlandse bibliothecaris, al vermoed ik natuurlijk wel dat daar weer eens iets achter steekt. Het wordt er ook verwarrender door, want nu moeten de lezers gaan zoeken zowel onder de K als onder de D; immers ik loop nu onder die twee letters.

Het verhaal is nog niet af. Onlangs merkte ik dat mijn naam in Nederland steeds correcter wordt geschreven – zij hadden altijd moeite om te onthouden of het Kuiper of Kuijper of Kuyper was – maar nu wordt mijn voornaam in Vlaanderen regelmatig verkeerd gespeld. Erik in plaats van Eric. Zo bijvoorbeeld in een recentelijk mooi uitgegeven programmaboekje van de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek dan nog wel. Je zou toch denken dat ze juist in een bibliotheek beter zouden moeten weten. Had ik maar een andere naam verzonnen toen ik eraan begon. Ach heette ik maar Claus, dacht ik. Heetten we allen maar Claus! Dat zou het leven zo veel mooier en simpeler maken.

Laat ik besluiten met een raad aan mijn lezers: als u mij zoekt ben ik te vinden zowel onder D als onder K. En de Erik met K is dezelfde als de Eric met C.

Voilà donc, cher Jacques, l’origine du « petit D ».

Partager